Omdat ze gezegend was met helderziende gaven, zag Aranna het visioen in de gouden kom: een ridder met grijze ogen wiens zwaard op het punt stond haar hart te doorboren. Ze trilde, maar niet van angst, maar van een onstuimig verlangen dat haar overspoelde.
Op de verraderlijke grens van Wales reed Raine, de Zwarte Draak, naar kasteel Rhuddlan en zijn kasteelvrouwe. Als onwettige zoon van een Normandische edelman was zijn verleden getekend door ontkenning en wantrouwen, en lag zijn toekomst in de verovering van een leengoed... en de liefde van een vrouw.
Toen de strijdhoorn schalde, zag Arianna haar droombeeld gestalte krijgen. Raine, de vijand die haar bloed deed koken van verlangen; Raine, de minnaar die ze moest temmen en daarna, omdat oude haatgevoelens hun leven bedreigden, moest koesteren... of verraden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten